Een proeftuin voor innovatie in de bouw, dat is BuildinG, gevestigd op Zernike in Groningen. BuildinG ontwikkelt en test duurzame innovaties voor de bouw- en infrasector, met directe impact op bewoners, bedrijven en de omgeving. Daarbij wordt veelvuldig samengewerkt met onderzoekers en studenten van de Hanze. “Momenteel is biobased bouwen en houtbouw actueel, daar doen we veel onderzoek naar”, legt programmamanager Jelle Pama uit.
Er wordt veel getest en onderzocht bij BuildinG, met de focus op verduurzamen, circulariteit, klimaatadaptatie en constructieve veiligheid. Dat begon in 2017 toen BuildinG door de Economic Board Groningen en Hanze werd opgericht. “Groningen zat middenin de versterkingsopgave en doel was om bedrijven en de regio te helpen met nieuwe innovaties en kennis. Dit moest een plek worden om te testen en te inspireren.” BuildinG is onderdeel van het Kenniscentrum NoorderRuimte van Hanze, waar verschillende onderzoeksgroepen (lectoraten) bij betrokken zijn. Een plek waar werken, leren en innoveren bij elkaar komen. In de hal van BuildinG zijn een aantal indrukwekkende testapparaten aanwezig, waaronder een grote triltafel, om constructies te testen op aardbevingsbestendigheid. Er wordt nog steeds getest op het dynamisch gedrag van gebouwen, maar de focus is de afgelopen jaren verbreed, aansluitend op de actuele vraagstukken. Denk aan klimaatadaptatie, circulariteit en funderingsproblematiek.
Inhoud
BuildinG is steeds meer van de inhoud en de verbinding en trekt inmiddels 10.000 bezoekers per jaar. “We worden veelvuldig gevraagd om deel te nemen aan projecten of we stappen er zelf in, omdat we hier over veel kennis beschikken en kunnen helpen om de regio een stukje beter te maken. We telen bijvoorbeeld gewassen waar we bruikbare producten voor de bouw van maken. We zijn bezig met wateropvangsystemen en bouwen in onze proeftuin twee biobased testwoningen. Eentje dampopen, de ander dampdicht, om te onderzoeken wat dat met het binnenklimaat doet. In elke woning zijn in de wanden, vloeren en dak tientallen sensoren opgenomen, waarmee we het gedrag van warmte en vocht kunnen onderzoeken. Een onderwerp dat momenteel zeer actueel is en waar heel Nederland met ons meekijkt. De bevindingen van dit onderzoek gaan we straks dan ook met iedereen die dat wil delen.”
Verbinding
BuildinG zoekt altijd de verbinding met de overheid, het bedrijfsleven en de kennisinstellingen. Hoewel men gericht is op Noord-Nederland, wordt er landelijk samengewerkt met andere bouwhubs in Enschede, Den Bosch, Haarlem en Delft. Pama:” Elke regio heeft haar eigen accenten en vraagstukken, door landelijke samenwerking kunnen we ervaringen delen en daardoor regionaal sneller vorderingen maken. Op die manier maken we impact op de transitie. We zijn inspirerend, hier gebeuren nieuwe dingen, waarmee we op een goede en verantwoorde manier de verduurzamingsslag vorm kunnen geven.”
Een voorbeeld is biobased bouwen, wat inmiddels al niet meer weg te denken is uit de bouw. Het is een manier van bouwen waarbij gebruik wordt gemaakt van hernieuwbare en biologische grondstoffen, denk aan vlas, hennep, stro, maar ook traditioneel hout. “We merken dat de belangstelling voor biobased bouwen een vlucht heeft genomen”, zegt Pama. “Maar, er kan alleen echte beweging ontstaan, wanneer biobased bouwen in de hele keten is ingeregeld. Denk dan aan de boeren, de productleveranciers, de bouwers, de toezichthouders en de wet- en regelgeving.”
Een obstakel kan de prijs van biobased bouwen zijn, want die ligt 2 tot 15 procent hoger dan met de reguliere bouw. “Wanneer je biobased bouwen vanaf het allereerste moment meeneemt in de ontwikkeling van een project, zijn de meerkosten gering. Doe je dat achteraf, dan zullen de meerkosten stijgen. Ik vind wel dat we bij bouwen veel verder moeten kijken dan alleen de directe bouwkosten. Milieukosten en kosten voor gezondheid zouden ook een rol moeten spelen. Wat doet een gebouw met je gezondheid? Ik was laatst in een biobased woning en dat merkte je meteen, het gebouw ademt en dat voelt prettig. Bekend zijn de kantoorgebouwen waar mensen ziek worden van de omgeving waarin ze moeten werken, door verkeerde materialen of slechte installatie. Dat moeten we niet meer willen.”
Geïndustrialiseerd
Hout is een product dat sterk in opkomst is. Pama:” Nederland is een betonland. Het ontwerpen in hout is bij veel constructeurs en ontwikkelaars minder bekend, terwijl we wel die kant op moeten, om onze CO₂ uitstoot drastisch te verlagen. Daarom testen we veel met constructieonderdelen van hout, zoals momenteel zes typen houten vloeren, waarvan we het stijfheidsgedrag onderzoeken. Daarover gaven we onlangs een workshop waar circa 50 adviesbureaus uit heel Nederland op af kwamen. Het zegt iets over de verandering die in de bouwsector gaande is. Dus op de vraag of houtbouw de toekomst is, moet ik ‘nee’ antwoorden, het is namelijk al volop gaande. Zo staan er in Noord-Nederland al een aantal fabrieken, waar men zich volledig richt op houtskeletbouw. Dat is niet alleen CO₂ gunstig, het zorgt er ook voor dat er minder personeel nodig is. Want, ook dat is een ontwikkeling, gezien het groeiende personeelstekort moet bouwen verder worden geïndustrialiseerd en gerobotiseerd.”
Isoleren
Ook op het gebied van isoleren zijn er allerlei ontwikkelingen gaande. “Het gebruik van de juiste en beste materialen is daarbij van belang en daarom gaan we naar de mensen toe”, legt Pama uit. “Er moeten in de komende tien jaar ongeveer 200.000 woningen in Groningen en Noord- Drenthe worden geïsoleerd, als één van de maatregelen vanuit het herstelprogramma Nij Begun . Een enorme uitdaging, maar het moet wel goed gebeuren en het liefst met biobased materialen. Goede voorlichting aan professionals en bewoners is daarbij cruciaal, het is immers van belang om te komen tot comfortabele en gezonde woningen. Daarom moeten we vooral denken vanuit de bewoners, om te komen tot goede adviezen die uitvoerbaar zijn. We gaan dan ook met kenniscafés de provincie in, naar buurthuizen, om de mensen voor te lichten. Ook daarin kan en wil BuildinG een rol spelen, vanuit de gedachte dat we vooral door samen te werken voor en met de regio, tot de beste oplossingen komen.”





