In samenwerking met Alfa-college 05:29 Onderwijs

Biobased materialen op het Alfa-college: Dit gebruikt de bouwer van de toekomst

Ze zijn ervan overtuigd dat ze de circulaire bouweconomie een boost kunnen geven vanuit hun positie. Alco Otten en Jos Dokter zijn docent bouwkunde bij het Alfa-college, in respectievelijk Hoogeveen en Groningen. Daar hebben ze direct invloed op welke materialen de bouwer van de toekomst gebruikt. Hun klassen zitten namelijk vol met die toekomstige bouwers.

De focus moet specifiek liggen op de toepassing van biobased materialen, als het aan Otten en Dokter ligt. Dat zijn materialen van natuurlijke afkomst die op een ecologisch verantwoorde manier geteeld, geoogst, gebruikt en hergebruikt worden. „Die geen impact hebben op de biologische cirkel die er bestaat,” zegt Otten.


Omdenken en omdoen
Het belang van duurzaamheid omwille van het behoud van een leefbare planeet is inmiddels breed bekend. Daarnaast is er nog een praktische reden waarom biobased bouwen volgens de twee docenten is wat we in de toekomst steeds vaker zullen moeten doen. „De grondstoffen raken ook op, los van het effect op de planeet. Dus je moet op zoek naar andere processen om toch nog huisvesting in de toekomst te kunnen garanderen voor je inwoners. Dan moet je toch gaan omdenken en omdoen”, zegt Dokter.


Traditioneel bouwen

Studenten die tijdens hun studie al kennis maken met biobased bouwen, nemen dat mee het bedrijfsleven in, zo redeneren Otten en Dokter. „Op die manier kunnen we als Alfa-college de voortrekkers zijn om dat in de steigers te zetten”, meent Otten. Studenten houden namelijk vaak nog vast aan traditionele bouwmethodes, merkt Dokter: „Vanuit hun omgeving krijgen ze een hele stabiele, traditionele manier van bouwen mee. Er moet dus best wel een cultuurverandering plaatsvinden bij de student.”


Biobased Tiny House

Hoe brengen de docenten die cultuurverandering teweeg bij studenten? „Vooral door ze te laten doen en te laten ervaren”, zegt Dokter. Daartoe krijgen studenten van het Alfa-college de kans bij het Biobased Tiny House project op het Suikerterrein in Groningen. Momenteel zijn ze daar twee ateliers aan het bouwen, een van traditionele bouwmaterialen en de ander van compleet biobased materialen. Zowel de constructie als de isolatie, binnenbekleding en gevelbekleding. „Dan kan je ook echt het verschil zien”, vertelt Dokter. „Want je stapt van de een in de ander. En eigenlijk is het hetzelfde gebouw.


Dus waarom kiezen we dan niet de biobased route? Dit project is mogelijk gemaakt vanuit het programma ‘Regionaal bouwen aan Human Capital’, een samenwerking met TKI Bouw en Techniek en TNO.”


Otten vult aan: „Al in 2020 is in Hoogeveen in samenwerking met Regio Deal Zuid- en Oost-Drenthe en Gemeente Hoogeveen een Waterstof Tiny House gebouwd met circulaire en biobased materialen. Studenten konden met deze producten experimenteren én uitvoeren. Het Tiny House is nog steeds in gebruik en staat bij de nieuw te bouwen waterstofwoonwijk in Hoogeveen. Wie overweegt over te stappen op waterstof kan hier de werking ervan zien. Samen met bedrijven en leveranciers werken we nu aan nieuwe innovatieve circulaire- en biobased projecten (Volta-boulevard). Een mooie uitdaging voor onze studenten.”

Alfa College voor NoordZ.


Circulariteit

Een voorbeeld van biobased isolatiemateriaal is cellulose-, vlas-, of hennepisolatie. Traditioneel zou er dan eerder steenwol of glaswol worden gebruikt. Naast dat de duurzame variant beter is voor het milieu, is het ook prettiger in het gebruik. „Bij steenwol of glaswol moet je altijd handschoentjes aan”, zegt Otten. „En dat is dan jeuk aan de oppervlakte, maar het gaat ook in je longen zitten”, vult Dokter aan. „Als dat materiaal verwijderd wordt, dan komt het weer terug in de open lucht. En ja, dat gaat net als asbest ook de wereld rond.” Ook vanuit het oogpunt van circulariteit en gezondheid krijgen biobased materialen dus de voorkeur.


Acceptatie
Toch zal het volgens de docenten nog enige tijd duren voor het merendeel van de huizen biobased gebouwd wordt. Dat komt omdat de industrie er nog niet op ingericht is. „De opschaling van de grondstoffenstroom, die moet nog plaatsvinden”, zegt Otten. „We kunnen nog niet zo snel kweken en oogsten om aan die grondstoffen te komen”, voegt Dokter toe. Daarnaast zal de regelgeving er nog op aangepast moeten worden, aldus Otten. „Want we hebben de mooiste oplossing, maar mogen het goede nu net niet doen. Terwijl je dat wel zou willen.”


Desondanks zijn de twee het erover eens dat de educatie van studenten het allerbelangrijkste is. „We kunnen aan de bovenkant een hoop regelgeving doorvoeren”, zegt Dokter. „Maar als het niet geaccepteerd wordt, dan heeft regelgeving een verminderd effect. Die regelgeving komt er. Maar wij moeten zorgen dat er een stuk acceptatie komt.”


alfa-college.nl

(Visited 23 times, 1 visits today)
Facebook
Twitter
LinkedIn
Sluiten