Gepokt en gemazeld in agrarisch vastgoed in Friesland. Zoon van een boerenarbeider uit Welsrijp. Boer in hart en nieren, paardenliefhebber, handelaar. Zijn agrarisch vastgoedbedrijf in Goënga staat voor kennis en advies rond het erf. Van waardebepaling, grondhandel en bedrijfsverplaatsing tot uitbreiding en aan- of verkoop.
Met spijt ziet hij het aantal regels rond het boerenerf alleen maar toenemen en complexer worden. Verontrustend vindt Rein Brandsma. En je krijgt alleen maar meer afstand tussen boer en burger. „Denk je nu echt dat die boer niet weet wat ‘ie doet? Die mensen zijn afhankelijk van de grond en de natuur om hen heen, die wetendonders goed wat kan of niet.” Kom bij Brandsma niet aan dat het straks over en uit is met het boerenbedrijf in Friesland. Welnee, er is toekomst genoeg, zegt de man die met pijn in het hartafscheid nam van zijn boerenbedrijf. Bovendien: boeren willen blijven boeren en als ze zich moeten aanpassen doen ze dat. „Boer ben je in hart en nieren.”
Handel gaat om vertrouwen
In 1981 start de boerenarbeiderszoon zijn bedrijf, hij heeft het geluk om in Goënga een ‘pleats’ te kunnen bemachtigen waar hij vol trots zijn eigenmelkveebedrijf startte met zijn ouders. Achttienjaar later moest hij gedwongen afscheid nemen van zijn boerenbedrijf als zijn ‘verrekte rug’ hem belet door te gaan. Tot tweemaal toe wordt hij geopereerd, dan zijn de kaarten geschud en wordt hij van boer burger. „Tja, wat moet je dan? Ik reed het erf af in mijn auto en ging de wereld in, er is altijd wat. Mijn ouders hebben me geleerd het werk op te zoeken, het komt niet vanzelf. Met blauwe ogen en een lege tas, zo begon ik. ” Al snel handelt Rein Brandsma in mekquota, Brandsma reist door van provincie naar provincie. „Ik kocht veel in midden van het land en bracht die quota naar Friesland, waar veel belangstelling was bij boeren die wilden uitbreiden. Ik zat overal aan tafel en ging niet weg voor de deal rond was. En ik had het geluk dat ik begreep waar het overging, als melkveehouder hoeven ze me niets te vertellen over vetgehaltes, dat scheelt. Ik had het voor geen goud willen missen, de volatiliteit, de lol, de kick van de deal.” Het liep voor Rein Brandsma lekker en was de hele dag op de weg tot het begon met computers en de handel overschakelt naar transacties via de beurs. „Toen was het voor mij over en uit. Ik ben een mens van het persoonlijke gesprek, niet van computers. Inde handel gaat het om vertrouwen, om gunnen, dat is mijn ding.”
Een lytse wereld
Rein Brandsma ziet de melkquotumhandel veranderen en weet dat het tijd is te schakelen. De boer in hem weet dat er meer dan genoeg gebeurtop en rond het erf en dus legt hij zich toe op het brede pallet van het agrarisch vastgoed. „Natuurlijk is het weer een beetje overnieuw beginnen, is het vijfentwintig procent handel en75 procent acquisitie. Maar ja, je komt al bij die boeren op het erf, dus je weet wat er speelt. En je moet blijven beseffen dat je niet alles hoeft te hebben, je kunt niet in je eentje de hele handel doen. Het is een lytse wereld, maar hoe lyts, dat ligt een beetje aan jezelf. In het begin ging het vooral over aankopen, verkopen en splitsen van bedrijven. Een deel van de boerenbedrijven komt in de verkoop omdat een boer om welke reden dan ook stopt en verhuist. Het grootste deel van het land gaat naar andere boeren, de boerderijen met het omliggende erf worden vaak woonboerderijen.” De belangstelling voorboerderijen en woonboerderijen blijft groot net als de belangstelling voor goede landbouwgronden de noodzaak van gedegen taxaties van bedrijven en grond. Brandsma Agrarisch Vastgoed zit dicht op ontwikkelingen rond wet-en regelgeving en adviseert boeren op tal van gebieden: bedrijfsmatig, juridisch en fiscaal. Het richt zich op bedrijfsuitbreiding, overdracht, bedrijfsovernames en grondhandel in landbouwgrond en grond voor recreatie en op demogelijkheden voor het uitbreiden van melkveebedrijven door verplaatsing en kavelruil. Er is handel genoeg. „De grondhandel blijft een mooi spel. Met een man of vier, vijf om tafel zitten en zien wat er gebeurt. Luisteren. De een wil dit, de ander dat, ieder vindt het zijne het meeste waard. Het gaat erom dat je een compromis bereikt, daar ben je voor. Gelukkig heb ik al vroeg geleerd me in een ander te verplaatsen.”
De toekomst is aan de boer
Met een rijk leven achter zich en nog vele mooie jaren in het verschiet, kijkt Rein Brandsma tevreden naar wat zich ontwikkelt. „Ik vind het prachtig dat mijn zoon Herman, Niels en Foppe het agrarisch vastgoed oppakken, het zijn jongens met een prima opleiding. Dat is ook nodig, want de wereld wordt complexer, technologie veel belangrijker. Zij zien de kansen, dat is mooi. Stikstof bijvoorbeeld, daar gaat echt het nodige in gebeuren. Zij draaien het grootste deel van de zaak, ik adviseer en mag graag nog aankopen, want de kick van een deal rondmaken vind ik nog steeds heerlijk. Dienstverlening in het vak is het allerbelangrijkste, kijken en luisteren naar belangen en zorgen dat opdrachtgevers tevreden zijn.” De boer in Brandsma is allerminst weg. „Met vijf jaar word ik vijfenzestig, dan wil ik wel weer boeren. Niet zoals ik dat deed, want dat kan ik niet meer; meer gericht op zorg bijvoorbeeld. Ik zie aan kinderen met een handicap hoeveel het contact met paarden met ze doet, dat is magisch. ”Maar zover is het nog niet, want in het agrarisch vastgoed en advies is er ook voor Rein Brandsma nog genoeg te doen. „We zijn altijd bereid handel te doen. Voor ons kantoor en de boer leiden altijd meerdere wegen naar Rome, het moet raar lopen als we er niet uit komen.”