In samenwerking met Chemport 10:26 Duurzaam / Circulaire economie, Innovatie / Onderzoek

‘Denken in circulaire stromen’

De chemiesector moet vergroenen en daar wordt op allerlei manieren hard aan gewerkt. Zoals bijvoorbeeld met het omzetten van koolstofdioxide (CO₂) in bruikbare chemische verbindingen, waardoor de uitstoot van broeikasgassen wordt verminderd en het gebruik van fossiele brandstoffen als grondstof voor allerlei producten kan worden vervangen. Delfzijl heeft de ambitie om het eerste CO₂-neutrale chemiecluster ter wereld te worden.

Diverse bedrijven, kennisinstellingen en overheden in de provincie Groningen houden zich daarmee bezig. Het Chemiepark Delfzijl blijkt een uitgelezen locatie te zijn om deze nieuwe techniek, ook wel CCU (Carbon Capture and Utilization) genoemd, te testen. Wie weet draait de wereld straks op CCU-technologie uit Groningen.

Hoogleraar Biochemie aan de Rijksuniversiteit Groningen Matthias Heinemann, die bovendien één van de trekkers is van het groeifondsvoorstel FutureCarbonNL, is enthousiast:„ Naast ASML kan dit een volgend paradepaardje worden dat Nederland helpt omhoog te klimmen op de technologieladder. Doen we dat niet, dan worden we straks links en rechts ingehaald en worden we steeds afhankelijker van andere landen.”

Koolstoftransitie

Maaike van Heeren, werkzaam bij Chemport Europe, legt uit wat de koolstoftransitie inhoudt. „In bijna alle producten die we dagelijks gebruiken zitten koolstofatomen, denk aan tandpasta, kleding, verpakkingsmateriaal. Ruim 90 procent van alle producten wordt uit fossiele bronnen gemaakt. Daar willen we vanaf, want daardoor komt er teveel COin onze atmosfeer en dat is slecht voor het klimaat. Koolstoftransitie betekent dat we producten maken met hernieuwbare koolstofbronnen. Dus, dat we afstappen van fossiele bronnen. Met CCU (Carbon Capture and Utilization) vangen we COaf en hergebruiken we het als grondstof. Dit kan via chemische omzetting, biologische processen en minerale carbonatie.” Het afvangen van COgebeurt onder andere bij afvalenergiecentrale EEW (Energy from Waste B.V.) in Farmsum, waarover locatiedirecteur Wilfred de Jager verderop in dit artikel meer vertelt. „Er gebeurt op dit gebied al van alles in Noord- Nederland”, gaat Van Heeren verder. “Onder de vlag van Chemport Europe brengen we bedrijven, kennisinstellingen en overheden samen, waardoor de transitie kan worden versneld. Dat gebeurt op het gebied van technologie, financiën en vergunningen. Duidelijk is dat alle ingrediënten om er een succes van te maken, hier aanwezig zijn.”

Het Chemport Innovation Center is de spin in het web. Het is de plek waar bedrijven de techniek uit het laboratorium op grotere schaal verder kunnen testen. „Waar mogelijk koppelen we de projecten met aanwezige of nieuwe bedrijven. Er is nog een lange weg te gaan, maar vast staat dat Noord-Nederland vooruitstrevend bezig is met de koolstoftransitie, waardoor uiteindelijke groene grondstoffen voor de productie van chemische producten kunnen worden gebruikt.”

Afvangen CO

EEW is één van de bedrijven die al wat langer met de grondstoffentransitie bezig is. Zo wordt de stoom die vrijkomt bij de verbranding van afval door andere bedrijven op het industrieterrein gebruikt. Dit zorgt voor CO-reductie bij deze bedrijven. Verder is er een lijn waar slib wordt verwerkt. Daar wordt door de Waterschappen eerst groen gas uitgehaald en het overige slib, dat bij EEW verbrand wordt, zorgt voor warmte die ook 100% groen is en door andere bedrijven wordt benut. „Daarnaast gaan we in mei kleinschalig beginnen met het afvangen van CO”, zegt locatiedirecteur Wilfred de Jager. „Door rookgassen te wassen, zoals dat heet, bind je de CO, waarna dit wordt gestript en je COhebt gewonnen. Dit product kun je vervolgens gebruiken voor de productie van nieuwe bruikbare chemische moleculen.”

EEW werkt hierbij samen met de Rijksuniversiteit Groningen en het Chemport Innovation Center. „Het is de bedoeling dat andere bedrijven gebruik kunnen maken, zodat we uiteindelijk met elkaar groene chemie kunnen realiseren.” De overheid wil COhet liefst onder de grond stoppen, maar daar is De Jager minder enthousiast over dan het hergebruiken. „Alleen de opslag van COzie ik als korte termijn denken. Wij bieden de COliever aan als grondstof, waardoor het kan worden hergebruikt en je geen gebruik meer hoeft te maken van fossiele koolstofbronnen.”

Grote uitdagingen

Dat de chemische industrie voor grote uitdagingen staat, daar is hoogleraar Biochemie Matthias Heinemann van overtuigd. „We staan aan de vooravond van een grondstoffentransitie. We moeten onze producten op een andere manier gaan maken, bijvoorbeeld door nog meer te recyclen, maar daaraan zitten grenzen. Studies hebben aangetoond dat we producten duurzamer kunnen maken door koolstofatomen af te vangen, die normaal gesproken de lucht ingaan. De techniek staat nog in de kinderschoenen, maar biedt enorme kansen. Hoe mooi zou het zijn als straks de wereld produceert met CCU-technologie uit Nederland.”

Heinemann is er van overtuigd dat Eemshaven/Delfzijl de ideale plek is om CCU- technologie toe te passen. „Er is ruimte, we kunnen gebruik maken van grote hoeveelheden groene energie, wat nodig is om COte hergebruiken en Delfzijl wordt niet gedomineerd door grote fossiele spelers. Dat is op zich geen probleem, want de transitie zal waarschijnlijk gedaan moeten worden door innovatieve bedrijven en daar zijn er talloze van in Delfzijl.”

Vooralsnog kent de CCU-technologie nog geen grote toepassingen, oftewel het is nog niet commercieel uit te nutten. „En dat is jammer”, vindt Heinemann. „We moeten in Nederland serieus gaan nadenken hoe ons toekomstig verdienvermogen eruit moet komen te zien. CCU is één van technieken waarmee we een voorsprong in de markt kunnen opbouwen en onze chemische industrie de kans bieden om groen te gaan produceren. Daardoor willen bedrijven naar deze regio komen. Hier gebeurt het, omdat we met groene chemie wereldwijd koploper kunnen worden. Dat is waar ik op hoop.”

chemport.eu/

(Visited 110 times, 1 visits today)
Facebook
Twitter
LinkedIn
Sluiten