In samenwerking met NMT-IRO 13:47 Maritiem

‘Alleen ga je sneller, samen kom je verder’

Bovenstaande uitspraak is niet afkomstig van Jeroen de Graaf, directeur van NMT-IRO, de branchevereniging voor de maritieme maak- en offshore energie industrie. Maar, hij gebruikt hem wel graag. “Ik vind de quote uitstekend passen bij onze branche, want we kunnen ons alleen blijven onderscheiden door te innoveren, door ons vakmanschap, maar bovenal door samenwerking.” Over vakmanschap gesproken, de maritieme sector heeft dringend behoefte aan vakmensen. Daarover later meer.

Het is nog maar kort geleden dat de NMT en IRO met elkaar fuseerden, namelijk 1 januari jl. “De fusie is logisch, want beide sectoren, de maritieme scheepsbouw en de offshore, hebben veel raakvlakken. De maritieme sector is redelijk versnipperd. Nu zijn we met 850 leden de grootste brancheorganisatie in de maritieme sector en zitten we daar aan tafel waar over de sector, de kansen en bedreigingen, wordt gesproken. Dat is wat we wilden, staan voor de belangen van deze mooie industrie. En als je niet aan tafel zit, sta je op het menu.”

Uitdagende tijden

Want, dat het ook voor de maritieme maak- en offshore energie industrie uitdagende tijden zijn, behoeft geen nader betoog. De Graaf is blij dat de industriepolitiek na 40 jaar weer op de agenda staat. “Zeker voor onze sector is dat van belang, gezien ook alle geopolitieke ontwikkelingen. De vraag wat je in eigen huis wilt houden en wat niet is actueler dan ooit. Dit is een sector die er toe doet, met een jaarlijkse omzet van 36 miljard euro, waarvan 60 procent export, en tussen de 125.000 en 130.000 medewerkers. Daarom is het prettig dat we nu in Den Haag aan tafel zitten om de belangen van deze mooie industrie te behartigen.”

Wereldtop

De Nederlandse maritieme maak- en offshore energie industrie behoort volgens De Graaf tot de wereldtop, op velerlei gebied. “Zo hebben we bijvoorbeeld een noordelijk cluster langs het Winschoterdiep en in Delfzijl waar met name shortsea schepen worden gebouwd en waarmee deze regio wereldleider is. Maar, we bouwen ook de beste baggerschepen en hebben de beste technologische oplossingen in huis. Ook bouwen we windmolenparken over de hele wereld. Waar je ook komt, er zijn altijd Nederlanders bij betrokken. We onderscheiden ons in vakmanschap, innovatiekracht en ondernemerschap. En uniek is de samenwerking in de keten. We bieden goede oplossingen voor complexe vraagstukken. Neem bijvoorbeeld de bouw van een schip. Daarbij heb je al snel te maken met 300 tot 500 toeleveranciers, dan moet je wel goed kunnen samenwerken.”

Er liggen veel kansen voor de sector, denk aan de energietransitie, windenergie op zee, waterstof, de onderzeese infrastructuur, CO₂opslag, duurzame scheepvaart, enzovoort. “Dat vraagt om hoogwaardige geïntegreerde oplossingen, waar we in Nederland volop mee bezig zijn.” Bedreigingen zijn er ook, zoals een tekort aan vakkrachten, wat prijsopdrijvend werkt, maar ook de lange, stroperige vergunningstrajecten. “Andere landen zijn daar pragmatischer in en dat zorgt mede voor oneerlijke concurrentie, naast het feit dat andere overheden fiscale voordelen en garanties bieden. Daarom ben ik blij dat Nederland nu het lef heeft gehad om de sectoragenda maritieme maakindustrie op te tuigen, zodat we bijvoorbeeld nog meer kunnen inzetten op innovatie.”

Kansen

In dat kader bieden digitalisering, automatisering en circulariteit kansen. “We zijn een duur land, dus zoeken we continu naar nieuwe oplossingen. Een voorbeeld is systeemintegratie, waarbij verschillende systemen met elkaar praten, waardoor diverse bedrijven elkaar beter kunnen helpen. Zo kennen we digital twins, waarmee virtueel producten worden gemaakt die kunnen worden gedeeld met meerdere bedrijven. Daarvoor moet je wel durven samen te werken en niet bang zijn voor concurrentie.”

Werf van de Toekomst

Een ander project is de Werf van de Toekomst, een zogenaamd koploperproject. “De vraag die daarbij gesteld wordt is hoe je zo efficiënt mogelijk een schip in elkaar kunt zetten, met gebruik van digitale tools. Dit betekent onder andere dat je aan de voorkant veel meer met elkaar moet overleggen. Er is een pilot project geweest waaruit bleek dat deze samenwerking vooraf tot behoorlijke besparingen op materiaal en dus kosten leidde. En als een reder dan moet kiezen waar hij zijn schip besteld en we qua prijs dichter bij het goedkopere buitenland komen, dan geven uiteindelijk andere factoren de doorslag. Factoren die in het voordeel van onze werven spreken.”

‘Wij geloven in deze sector en in groei. Het bouwen van nieuwe werven en dokken is vrijwel onbetaalbaar, daarom doen we een oproep om datgene wat we nog hebben te koesteren’

Ook doet De Graaf een oproep aan gemeenten om zuinig te zijn op de werven, dokken en gebouwen, oftewel de maritieme ruimte, die er nu nog is. “Wij geloven in deze sector en in groei. Het bouwen van nieuwe werven en dokken is vrijwel onbetaalbaar, daarom doen we een oproep om datgene wat we nog hebben te koesteren.”

Vaklieden

Tenslotte, de vaklieden, ook in de maritieme maak-en offshore energie industrie is er een tekort. “Onbekend maakt onbemind”, zegt De Graaf. “Ik had nog nooit kennis gemaakt met de branche voordat ik hier directeur werd. Ik wil er nu nooit meer weg. Alles wat werken mooi maakt komt hier samen: innovatie, nieuwe technologieën, het concreet iets maken. En als je avontuurlijk bent ingesteld kun je ook nog de hele wereld over. Ik ben inmiddels op talloze schepen geweest, als je ziet hoe dat allemaal in elkaar zit, dan heb ik als kleine jongen het verkeerde vak gekozen.”

Meer informatie op: www.maritimetechnology.nl

(Visited 8 times, 1 visits today)
Facebook
Twitter
LinkedIn
Sluiten
ZakeNN
Privacyoverzicht

Deze site maakt gebruik van cookies, zodat wij je de best mogelijke gebruikerservaring kunnen bieden. Cookie-informatie wordt opgeslagen in je browser en voert functies uit zoals het herkennen wanneer je terugkeert naar onze site en helpt ons team om te begrijpen welke delen van de site je het meest interessant en nuttig vindt.