Het bodemleven is een belangrijke spil in de gezonde productie van akkerbouwgewassen. Naast het grote bodemleven, zoals regenwormen en duizendpoten, is er veel bodemleven wat met het blote oog niet zichtbaar is. Naast bacteriën en schimmels vormen aaltjes, microscopisch kleine worpjes, ook een belangrijk onderdeel van het bodemvoedselweb. Het grootste deel van deze aaltjes behoort tot het goede bodemleven en draagt bij aan diverse bodemprocessen. Helaas zijn er ook een heel aantal aaltjessoorten die een bedreiging vormen bij de teelt van gewassen.
Het HLB onderzoekt de bodem op de aanwezigheid van deze aaltjes. Percelen kunnen worden bemonsterd op zowel de goede als de slechte aaltjes. Bij het HLB zijn de laatste decennia grote stappen gemaakt wat betreft bemonstering met GPS systemen en de verwerking van aaltjesmonsters zowel microscopisch als met nieuwe DNA technieken. “Door deze ontwikkelingen kunnen we aaltjesbesmettingen zeer nauwkeurig vaststellen en kunnen onze adviseurs de telers zo goed mogelijk helpen bij een goede aaltjesmanagementstrategie. Bij het geven van de adviezen maken we zoveel mogelijk gebruik van de natuurlijke weerbaarheid van de bodem, maar dit is onvoldoende om de plaagaaltjes volledig te beheersen. Daarom zijn verschillende aanvullende acties écht nodig.“ zegt Egbert Schepel onderzoeker en adviseur bij het HLB.
Aardappelcystenaaltjes zijn een groot probleem binnen de pootaardappelteelt. Bij een besmetting met aardappelcystenaaltjes kan door het kiezen van een aardappelras met de juiste resistenties, het probleem onder controle gekregen worden. Het is heel belangrijk om vervolgens op een duurzame manier om te gaan met deze rassen.
“Een juiste resistentiemanagementstrategie zorgt ervoor dat resistenties minder snel doorbroken zullen worden, zodat we nog vele jaren gebruik kunnen maken van deze rassen.” benadrukt Hilde Coolman onderzoeker en adviseur. Naast aardappelcystenaaltjes vormen wortelknobbelaaltjes ook een grote bedreiging voor de pootgoedsector. Dit aaltje is veel lastiger aan te pakken, maar ook hiervoor zijn allerlei adviezen om de kans op een probleem te verkleinen. Het HLB helpt telers bij het vroegtijdig opsporen van besmettingen met dit aaltje en adviseert vervolgens over de beste strategie. Hierbij gaat het om slim indelen van de gewasrotatie en het kiezen van de juiste gewassen, rassen en groenbemesters. Doordat HLB als enige in de markt de kennis van onderzoek combineert met zeer nauwkeurige bemonstering en monsterverwerking, kan een opkomend aaltjesprobleem vaak al in de kiem worden gesmoord! Gelukkig maken steeds meer telers in Friesland, Groningen en Drenthe gebruik van ‘intensieve’ bemonstering, waardoor problemen met aaltjes op tijd kunnen worden aangepakt.