„Het Hoofdlijnenakkoord, zoals dat onlangs door de vier formerende partijen is vastgesteld, belooft veel goeds voor de bouw en infra.” Dat zegt Sander Wubbolts, regiomanager van Bouwend Nederland Regio Noord. Maar, hij houdt een slag om de arm, „om de mooie ambities te realiseren, komt het nu aan op de uitvoering en de benodigde financiering.” Intussen gaat het met de bouw- en infrabedrijven in Noord-Nederland niet slecht. De orderportefeuilles zijn redelijk gevuld, maar er zijn ook zorgen.
Bijvoorbeeld over de woningbouwproductie. Die daalt dit jaar landelijk met 4 procent en in het Noorden zelfs met 7 procent. „Daardoor zie je een verschuiving in de werkzaamheden”, geeft Wubbolts aan. Een oorzaak van de dalende woningproductie zit hem vooral in de procedures, zo vindt hij. „Vorig jaar was er een hausse aan vergunningen, maar nu blijven veel te veel plannen hangen in te lange procedures. Weliswaar zijn de ambities hoog, zoals door demissionair minister De Jonge is uitgesproken, maar wijten gemeenten de trage procedures aan capaciteitsproblemen. Er is veel op gemeenten afgekomen, capaciteit is één van de redenen dat er onderbesteding van bijvoorbeeld infrabudgetten is. Tegelijkertijd mis ik de vertaalslag naar de oplossing. Blijkbaar wordt de urgentie bij gemeenten ten aanzien van de wooncrisis vooral ambtelijk onvoldoende gevoeld, terwijl de politiek inmiddels de problemen wel ziet en oproept tot actie.”
Ambitie en uitvoering
Voor woningbouw wordt jaarlijks 1 miljard euro vrijgemaakt en 500 miljoen voor infrastructuur. Wubbolts is blij met die bedragen, maar stelt meteen dat voor de woningbouw minstens 5 miljard per jaar nodig is en voor infrastructuur 2 à 3 miljard per jaar, om de achterstanden in te lopen. „Daarnaast moeten we afwachten of bepaalde projecten vanuit juridisch oogpunt wel haalbaar zijn. Zo staan er momenteel 17 grote infrastructurele projecten op de rol, die alleen door kunnen gaan als de stikstofuitstoot in ons land snel verminderd wordt. En dan heb ik het nog niet eens over de enorme opgave voor wat betreft het onderhoud van bruggen en viaducten. Deze zijn veelal in eigendom bij gemeenten, maar vooralsnog ontbreekt vaak het inzicht in de staat van onderhoud of de financiële slagkracht om dit op te pakken. Kortom, het is goed dat er ambitie is, het komt nu aan op de uitvoering.”
Wubbolts pleit ervoor om procedures te versnellen. Procedures of een reactie op initiatieven laten vaak lang op zich wachten. „Daarmee gaat veel tijd verloren. Men onderzoekt of je bijvoorbeeld meteen naar de Hoge Raad zou kunnen. Snel definitieve uitspraken, zodat iedereen weet waar hij aan toe is. Daarnaast kun je je afvragen of je bepaalde onderdelen, bijvoorbeeld het maken van een bestemmingsplan, ook door de markt kunt laten invullen. Daar is vertrouwen voor nodig, niet alleen tussen bouwbedrijven en overheden, maar ook tussen overheden onderling. Soms is het goed om dingen los te laten.”
Versnelling
Een goed voorbeeld zijn de Woningmakers West-Friesland. „Zij organiseren een goed en helder overleg tussen marktpartijen onderling en realiseren vervolgens optimale afstemming met de gemeente en de provincie. En dat werkt. Het leidt tot versnelling en dat is goed voor iedereen.”
Intussen is de sector bezig met allerlei vernieuwingen, denk aan digitalisering, industrialisatie (woningen bouwen in fabrieken en als een bouwpakket in elkaar zetten), robotisering, de oprichting van het Topconsortium voor Kennis en Innovatie, waar nieuwe ontwikkelingen worden aangejaagd. „Binnen TKI krijgen slimme ideeën van consortia ondersteuning en de kans tot wasdom te komen, zodat we samen werken aan vernieuwing van de sector.”
Perspectief
Het perspectief voor de bouwsector, zowel bouw als infra, is volgens Wubbolts goed. „Er moet zoveel gebouwd worden en worden aangelegd, daar kunnen bedrijven nog vele jaren mee vooruit. Zorgen zijn er wel over de instroom van nieuwe arbeidskrachten. Weliswaar gaat het goed met de instroom op de bouwopleidingen, maar met name de instroom in de infra is wat dat betreft een zorgenkindje. Al met al moet de instroom in beide sectoren verder omhoog en daar zijn we in het hele land druk mee bezig.”
Daartoe heeft Bouwend Nederland Regio Noord een convenant afgesloten met Noorderpoort en Alfa College. „Daarbij staan drie onderdelen centraal: een leven lang ontwikkelen, de instroom verhogen, ook van zij-instromers en de vraag hoe we om moeten gaan met kleine of niche profielen in de bouw. Bijvoorbeeld tegelzetter, metselaar, betonreparateur, bekistingstimmerman. We willen de profielen zoveel mogelijk overeind houden, het kan niet zo zijn dat een opleiding niet door kan gaan, omdat er te weinig leerlingen zijn. Dan haken er misschien mensen af en dat moeten we voorkomen. Op een locatie bundelen van opleidingen biedt wellicht kansen.”
Om de instroom te bevorderen heeft Bouwend Nederland de website debouwmaakthet.nl/opschool ontwikkeld. Wubbolts:„ Daarop is informatie over de bouwsector te vinden, maar ook allerlei materialen waarmee we de bouw en infra op basisscholen onder de aandacht kunnen brengen. We willen vooral laten zien hoe breed de bouw is. En dat we een garantie op werk kunnen bieden, net als in de techniek. We moeten nieuwe talenten binden, boeien en vasthouden, daar ligt een taak voor iedereen die bij de bouwsector betrokken is.”