Dat zegt Frans Alting, de vertrekkend directeur van de Samenwerkende Bedrijven Eemsregio (SBE). Na 10 jaar vindt hij het tijd voor een ‘ander gezicht’. In het kader van 50 jaar SBE werd onlangs het nieuwe Eemsregio Industrie Initiatief gepresenteerd. En dat is nodig ook, want de industrie in Nederland, en ook in de Eemsregio, heeft het moeilijk. Alting wil met dit initiatief vooral een brug slaan tussen de economische en sociale opgaven in de regio.
„Ik wil helder zijn: het begint allemaal met een gezonde business case voor bedrijven. Als dat er niet is kunnen we ook niet werken aan diverse andere opgaven. Duurzaamheid is daarbij het belangrijkste kader. Ik roep op tot samenwerking, tussen overheid, kennisinstellingen, natuur- en milieuorganisaties en het bedrijfsleven met dit als uitgangspunt.”
Markante momenten
We schrijven 3 juni 1975, toen een paar bedrijven elkaar opzochten en besloten de Samenwerkende Bedrijven Eemsregio op te richten. Anno 2025 telt de SBE circa 130 leden, bedrijven die gevestigd zijn of werken in de Eemshaven en Delfzijl. „De historie kent veel markante momenten met de komst van nieuwe bedrijven en de uitbreiding van de havens. Maar ook natuurlijk de corona tijd en het aardbevingsdossier zal ik nooit vergeten. De rode draad door alles is de waarde van een vereniging zoals SBE. Wij organiseren samenhang in de regio, goede buren. Daardoor heb je een basis van vertrouwen waarop je kan bouwen als het er op aan komt.” De samenwerking tussen het bedrijfsleven en de regio stond de afgelopen 50 jaar altijd voorop. „En het nut van die samenwerking is op dit moment actueler dan ooit”, vindt Alting. „Het is de essentie van de SBE, we hebben de samenwerking altijd opgezocht, onderling, maar ook naar buiten toe. Het heeft in veel gevallen voor allerlei bedrijven tot een win-win situatie geleid.”
Het piept en kraakt
De laatste Industrie Agenda Eemsregio dateerde van 2016. „Deze agenda had als motto ‘Meer werk, minder CO₂’ ”, legt Alting uit. „We willen ons ontwikkelen tot een CO₂ negatief cluster. Daarmee zijn we, in samenwerking met de overheid en kennisinstellingen, in volle vaart aan de slag gegaan, maar we merken nu dat de verduurzaming aan alle kanten vastloopt. Het piept en kraakt. Verduurzaming is en blijft nodig, maar voor bedrijven is dat geen doel op zich. Zij richten zich vooral op een gezonde businesscase, want daar begint het mee, wil je kunnen verduurzamen. Daarom komen we nu met het Eemsregio Industrie Initiatief.”

Alting pleit daarin voor betere samenwerking. „We moeten samen met de poten in de klei. Want alleen als je met alle partijen die er nodig zijn aan tafel gaat, krijg je de goede context om keuzes te maken en tot actie te komen. Groningen en de industrie horen wat mij betreft bij elkaar, zij levert een grote bijdrage aan het verdienvermogen van de provincie Groningen. Het zorgt ervoor dat er banen zijn, waardoor er mensen in de dorpen wonen, de scholen open blijven, dus Noord-Groningen leefbaar blijft. Maar, die industrie investeert niet meer en dat is zorgelijk.”
Toekomst ingewikkeld
Volgens Alting moeten er drie dingen gebeuren: „Allereerst moeten we de energierekening beheersbaar maken. Vervolgens moeten we het vestigingsklimaat weer op orde brengen. Voor bedrijven, maar ook onze toekomstige medewerkers moeten in een aantrekkelijke omgeving fijn kunnen wonen. Daarom wordt bijvoorbeeld de Portlands Campus opgericht, waar kinderen het beste onderwijs kunnen volgen en studenten en bedrijven samenwerken aan de innovaties voor de toekomst. En tenslotte moeten we van de-industrialisatie naar herindustrialisatie. We moeten accepteren dat er bedrijven in de transitie verdwijnen, maar er zullen ook nieuwe bedrijven bij moeten komen. Dat betekent concreet dat we gaan kijken welke industrie hier past. Dan kijk je bijvoorbeeld naar duurzaamheid, maar ook of het past in de keten, de bestaande infrastructuur en de omgeving. Als je me vraagt wat de industrie van de toekomst precies is, dan moet ik het antwoord schuldig blijven. Dat weet niemand. De toekomst is ingewikkeld, maar wat we in Groningen in elk geval moeten doen is met de poten in de klei samenwerken, radicaal beter samenwerken. Pas dan kun je met elkaar datgene bereiken wat goed is voor Groningen. Kortom, we: industrie, politiek, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties, hebben elkaar meer nodig dan ooit. Er moet veel gebeuren en daar kunnen we beter gisteren dan vandaag mee aan de slag gaan.”
Frans Alting is 10 jaar lang directeur van SBE geweest en hij noemt het ‘de mooiste baan van de wereld’. „Het is het leukste dat ik in m’n leven gedaan heb. Werken voor SBE is zo veel dynamiek en zo relevant. Het is zo divers, er liggen zo veel uitdagingen in NoordGroningen, sociaal en economisch. Eén ding staat voor mij vast: Havens, industrie en Noord-Groningen horen bij elkaar. Dus over 10 jaar is de Eemsregio een heerlijke plek om te leven met een haven- en industriecluster dat er toe doet, voor Noord-Groningen, voor Groningen en voor heel Nederland.”





