Werken aan een vitale regio, waarin gezondheidsverschillen zo klein mogelijk worden gemaakt, preventie een belangrijke rol speelt en de zorg bemensbaar blijft. Daarnaast worden verschillende gezondheidsinitiatieven binnen de regio beter met elkaar verbonden. De Vitaliteitscampus wil hieraan bijdragen en sluit aan bij de centrale missie van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).
“We streven naar 5 gezondere jaren voor iedereen, 30 procent minder gezondheidsverschillen, en we willen ervoor zorgen dat 1 op de 6 medewerkers werkzaam blijft in de gezondheidszorg,” verduidelijkt Silvia Brouwer, practor Vitaliteit bij de Vitaliteitscampus.
“We richten ons op drie thema’s: vitaliteit van toekomstige mbo-professionals, vitaliteit in zorg-, welzijn- en sportberoepen, en integraal samenwerken aan vitaliteit in de wijk. Centraal daarin staat de mbo-professional. We leiden hen niet alleen zo goed mogelijk op, maar ook zo breed mogelijk. Bovendien is het ook belangrijk dat de studenten zelf zo vitaal mogelijk blijven,” legt programmamanager Jasper van Buiten uit. “We werken daarbij samen met allerlei partners, van onderwijs tot maatschappelijke instellingen en van het bedrijfsleven tot de overheden. Wat vragen de beroepen van de toekomst, wat betekent dat voor de opleidingen, en hoe kunnen we de huidige professionals om- en bijscholen, zijn vragen die daarbij van belang zijn.” (Zie voor om- en bijscholing ook het artikel over DNA-Next elders in dit katern.)
Breder inzetbaar
Als voorbeeld noemt Silvia de leefstijlcoach. “Hij of zij is nu vooral actief in het fitnesscentrum, maar zou veel breder inzetbaar kunnen zijn. Bijvoorbeeld voor mensen die barrières ervaren bij de vraag hoe ze vitaal en fit kunnen worden. Daarom wil je meer weten waar deze mensen tegenaan lopen en wat hen kan motiveren. Het betekent ook dat je bijvoorbeeld in gesprek moet met de gemeente, met welzijnsinstellingen, met de vraag hoe je daarin kunt samenwerken. Opgedane ervaringen vertaal je vervolgens weer in de opleidingen.”
“We praten niet meer over onderwijs, maar over leren,” gaat Jasper verder. “En dat doe je niet alleen meer binnen de schoolmuren, maar vooral ook in de praktijk, bijvoorbeeld op living labs, hubs of een campus. Noem het leergemeenschappen waar onderwijs en praktijk elkaar ontmoeten en we samen vraagstukken oppakken. Er zijn allerlei campusontwikkelingen in de regio gaande, waar aan een sterk kennis- en innovatie-ecosysteem wordt gewerkt. Bijvoorbeeld op de campuslocaties Niemeyer IT en aan de Suikerzijde op de Duurzaamheidscampus. De opleidingen worden daardoor steeds meer praktijkgericht.”
Beroepsvitaliteit
Het realiseren van vitaliteit bij de studenten is onder andere ondergebracht in onderwijsprogramma’s bij het Alfa-college. Dit doen ze samen met diverse andere mbo-instellingen en het werkveld. Silvia: “Wij willen weten hoe we toekomstige mbo-professionals met kennis en vaardigheden kunnen ondersteunen om vitaal te blijven en uitval in de toekomst te voorkomen. Daarom is het van belang om te werken aan beroepsvitaliteit om duurzaam inzetbaar te zijn. Het Alfa-college wil zelf een vitale organisatie zijn, waarin ze studenten, alumni en docenten opleiden tot vitaliteitsambassadeurs. Hierin werken ze samen met ons.”
Als practor ben je verantwoordelijk voor de ontwikkeling, toepassing en verspreiding van kennis. Het doen van praktijkgericht onderzoek en het professionaliseren van docenten zijn belangrijke taken.
“We hebben van 20.000 mbo-studenten (landelijk) in kaart wat hun leefstijl is, hoe ze zich voelen, enzovoort. Daardoor weten we waar de uitdagingen liggen om de toekomstige professionals vitaler te krijgen. We kijken daarbij wat we samen kunnen doen in de ontwikkeling en uitwerking van een effectief programma. Daar zitten we nu middenin.”
Regio
Het mbo krijgt een steeds prominentere plek in de samenleving. Jasper: “In onze regio is meer dan 60 procent van het werkveld mbo-geschoold. En het mooie is dat de meeste opgeleide mbo’ers in deze regio blijven. Onze droom is dat alle professionals die van de opleiding komen vitaal en veerkrachtig zijn en duurzaam inzetbaar. En dat we met onze opleidingen echt in de regio verankerd zijn, een omgeving krijgen waar ze mogen leren en er plaats is voor persoonlijke en professionele groei. Inderdaad, meer het schoolgebouw uit, de maatschappij in. Dat is waar het om gaat.”
Silvia: “Waar we nu vooral nog focussen op bepaalde domeinen, daar moeten we richting de toekomst juist domeinoverstijgend zijn. Waarom zou iemand van de opleiding sport en bewegen niet kleine verpleegkundige handelingen bij iemand kunnen doen? Dat is waar we naartoe willen.”
Techniek
Technologische ontwikkelingen gaan daarin een steeds belangrijkere rol spelen, denkt Silvia. “Om de zorg bemensbaar en de professional beroepsbehendig te houden, moeten we gebruikmaken van technologische mogelijkheden. Dat betekent ook onderzoeken en experimenteren. De technologische ontwikkelingen zijn onomkeerbaar, het is van belang dat onze toekomstige professionals daar open voor staan en behendig worden in de toepassing ervan. Alleen meer opleiden zien wij niet als oplossing, wel anders opleiden, waarin ook technologie een belangrijke rol speelt.”
Tenslotte, wat wil de Vitaliteitscampus de regio brengen? “Dat is een mentaal veerkrachtige en vitale student die beroepsbehendig is en een belangrijke bijdrage kan leveren aan een vitale regio. Daarbij spelen ook onze partners een cruciale rol. Samen met inwoners moeten we leren hoe je van jongs af aan je eigen leefstijl positief kunt beïnvloeden. En met elkaar moeten we ook het lef hebben om te blijven investeren in preventie. Aantonen dat het loont om te voorkomen dat iemand ziek wordt. Want, willen we niet allemaal gezond en gelukkig ouder worden? Daar ligt een uitdaging voor ons allemaal en daar wil de Vitaliteitscampus een vooraanstaande rol in gaan spelen.”