Verduurzamen, social return, veiligheid, scholing, automatisering. Niet de onderwerpen waar u meteen aan denkt bij een dakdekker. Voor vakman Richard Kienstra van Alkimon Daken en Goten staat het bovenaan zijn lijst. “Kwaliteit leveren met goede vakmensen, perspectief bieden en als het kan steeds duurzamer.”
„Blijven investeren in mensen. Het is de enige manier om te zorgen dat je goed werk kunt blijven leveren. We staan bekend om de kwaliteit van ons werk en daar ben ik trots op. En ik vind dat die jongens ook trots op mogen zijn op wat ze met hun handen maken. Als je van de ladder afstapt na een klus, dan is het mooi om nog even te kijken wat je hebt gemaakt. We laten een stuk vakwerk achter. Die kwaliteit is een kwestie van vakmanschap en dat leer je niet alleen maar in de praktijk. Je zult ook moeten leren, want daken en goten vernieuwen, repareren, onderhouden of inspecteren gaat ook over veiligheid, innovaties, regels, voorschriften en gereedschap- en materiaalkennis. Daarom investeer ik in onze mensen: we leiden mensen zelf op en vanaf september gaan weer drie jonge jongens naar school, om de theorie vanaf de basis te leren. Dakdekken is een vak voor mensen die van hun vrijheid houden en verantwoordelijkheid kunnen dragen. Waar je van elkaar op aan moet kunnen. Als je daar van houdt, is het een prachtig vak.”
We weten wat we kunnen
De afgelopen jaren groeide Richard Kienstra met Alkimon naar een bedrijf waar elke dag elf mensen onderweg zijn naar bedrijf en particulier. „De klussen zijn steeds gevarieerder en omvangrijker geworden en we draaien nu projecten waar ik zes jaar geleden alleen van kon dromen. Of het nu gaat om het dak van de kaasfabriek in Lutjewinkel, verschillende dakrenovaties voor het verduurzamen van bedrijfsvastgoed op Bedrijventerrein De Zwette of het enorme dak van een botenloods in Workum. We weten wat we kunnen en we staan voor wat we zeggen, inclusief de garanties die erbij horen.”
“De afgelopen jaren hebben we gezorgd dat de jongens met goed materieel onderweg zijn, we hebben net nog weer een paar nieuwe bussen besteld, we hebben de opslag en materiaalruimten geoptimaliseerd en nu is het kantoor aan de beurt. Automatisering staat hoog op de agenda, daar gaan we nu een slag in maken. Het hoort bij de professionalisering en groei van de laatste jaren. De tijd van werkbriefjes op papier is straks wel voorbij.”
Het is niet het enige dat Kienstra op de lijst heeft staan. „De maatschappij vraagt om verduurzaming en daar gaan wij als dakdekkers in mee. We zetten de stappen die we kunnen zetten. Voor mij begint dat overigens gewoon met de manier waarop je met elkaar omgaat, elkaar de ruimte geeft en er bent voor elkaar. Dakdekken is fysiek een zwaar beroep, dus als je wilt dat mensen gezond kunnen blijven werken, dan moet je daar aandacht en tijd aan besteden. Goed materieel, goede werkomstandigheden, perspectief en kennis. Aandacht hebben voor waar sommige jongens vandaan komen en wat ze nodig hebben. Niet iedereen komt ongeschonden door het leven, soms hebben mensen een houvast nodig en dat geef ik ze. Alkimon is een afspiegeling van de maatschappij. Voor de jongens zijn we ook een thuis, waar regelmaat en zekerheid het werk en de planning bepaalt, de plek waar ze morgen graag weer naar toe gaan.”
Leren van een crisis
„Door de verhuizing naar deze locatie in Peins hebben we letterlijk en figuurlijk veel meer ruimte gekregen en dat komt het werk en de mensen ook ten goede. Zeker, we hebben nu hele goede jaren, maar dat gebruik ik ook om de risico’s op te kunnen vangen. En ik kies ervoor om te zorgen dat we zo goed en veilig mogelijk ons werk kunnen doen, de stappen te zetten die we kunnen. Zo hebben we nu ook de mogelijkheid om op eigen terrein het restmateriaal en de afvalstromen goed te kunnen scheiden. We hebben hier zes containers staan. Dat scheelt enorm, want als je ziet wat er anders weggegooid wordt, dat kan echt niet meer. De volgende stap is dat we op alle daken zonnepanelen leggen, zodat we volledig in eigen energiebehoefte kunnen voorzien. En dan is het vooral een kwestie van kijken welke stappen je verder kunt zetten. Elektrische busjes vind ik geweldig, maar die hebben op dit moment nog een te beperkte actieradius, zeker als je weet hoeveel gewicht er iedere dag mee moet op klus. Dus dat laat nog even op zich wachten. En dat geldt ook voor nieuwe materialen; we zitten nu eenmaal in een branche die veel fossiele materialen verbruikt en waar nog geen afdoende alternatieven voor zijn.”
„Wat mij wel bezighoudt, is de vraag of we van deze crises iets willen leren. In coronatijd hoorde ik iedereen over meer produceren in eigen land, nu hebben we het over tekort aan materialen en mensen. Ik merk vooral dat we weinig over hebben voor vakmensen. De verhouding tussen iemand die achter zijn bureau het geld verdient en mensen die met hun handen zwaar fysiek werk doen, is volkomen zoek. Het is een maatschappelijke discussie. Als we echt vinden dat meer mensen fysiek werk zouden moeten doen, dan mag en moet je je afvragen of we ze niet beter zouden moeten belonen. We verlangen van al die vakmensen dat ze goed geschoold en veilig werken, we verwachten vakwerk dat jaren meegaat. We weten dat het fysiek zo zwaar is dat weinigen het volhouden tot hun pensioen. Het zou heel veel mensen en hele sectoren in dit land veel waard zijn als we dat besef vertalen in meer waardering en beloning. Dat is wat mij betreft vooral duurzaam met elkaar willen omgaan.”