Hogeschool Windesheim telt 24 lectoraten, waaronder GGZ en Samenleving. Dit lectoraat, onder leiding van Alie Weerman, verricht onderzoek naar het versterken van de binding tussen de geestelijke gezondheidszorg en samenleving. Daarbij speelt ervaring een grote rol, zowel van cliënten, burgers als professionele zorgverleners. „Ervaringskennis is noodzakelijk voor goede zorg en dienstverlening”, vindt Weerman. „Cliënten weten zelf vaak veel, zij beschikken over een schat aan ervaringskennis.”
Het Kenniscentrum Gezondheid en Welzijn telt 5 lectoraten. Naast GGZ en Samenleving zijn dit Gezonde Samenleving, Goed Leven met Dementie, Jeugd en Jeugd & Media. „In alle lectoraten staat voorop dat we altijd werken met de mensen die het aangaat”, geeft Weerman aan. „Praktijkgericht onderzoek dus. We doen praktijkonderzoek en brengen veranderingen aan, waarmee we ook veel nieuwe kennis opdoen, wat vervolgens in het onderwijs en de praktijk wordt toegepast.”
Living labs
Als voorbeeld noemt ze een project dat is uitgevoerd in de provincie Flevoland. „Centrale vraag was: wat gebeurt er met mensen wanneer ze doorstromen uit een beschermde woonomgeving naar begeleid zelfstandig wonen? Dat vraagt wat van de mensen zelf, de buurt, de professional, de woningcorporatie, enzovoort. We hebben in Flevoland 4 living labs opgezet, waarbij we met alle betrokkenen de wijken zijn ingegaan. Daardoor hebben we veel ervaring opgedaan en zijn er oplossingen en producten ontstaan die we nog niet kenden.”
‘Living labs dragen bij aan praktijkgericht, of met andere woorden toegepast wetenschappelijk onderzoek’
Zoals het verhuisrouteboekje. „Door de bewoners zelf gemaakt en door de professionals aangevuld”, legt Weerman uit. „In dit boekje staat stap voor stap uitgelegd wat er moet gebeuren wanneer je gaat verhuizen. Daarnaast hebben we gezien wat er emotioneel met mensen gebeurt wanneer ze die stap zetten. Ook daar besteed het boekje aandacht aan. Op die manier hebben we veel ervaringskennis opgedaan en dan met name kennis die dankzij de mensen zelf is aangedragen.”
„Deze living labs dragen bij aan praktijkgericht, of met andere woorden toegepast wetenschappelijk onderzoek”, geeft Victorine de Graaf-Peters, directeur van het domein Gezondheid en Welzijn aan. „De kern bestaat uit learning on the job. In het veld ontwikkelen we met elkaar nieuwe inzichten en producten, waarbij alle betrokkenen op hetzelfde niveau acteren.”
Nieuwe ontwikkelingen
Weerman:„ De opgedane ervaringen vertalen we in theorie en in modellen en we ontwikkelen een werkwijze die terugkomt in het onderwijs. Daarbij implementeren we de ervaringskennis van alle betrokkenen – maar vooral die van cliënten – zodat de professional van de toekomst nu al kennis kan maken met allerlei nieuwe ontwikkelingen. Zo ontstaat een ander model dan we landelijk gewend zijn. Overigens staat het model dat we hebben ontwikkeld niet vast, dat is voortdurend in ontwikkeling, afhankelijk van de inzichten die we in de praktijk opdoen.”
‘Het is goed dat we de bestaande hiërarchie steeds meer loslaten’
Dat deze aanpak aanspreekt blijkt uit het feit dat dit model inmiddels navolging vindt. De Graaf-Peters:„ Dit is een andere manier van kennis delen en ontwikkelen en dat spreekt aan. Zo worden we inmiddels benaderd om nieuwe projecten op te zetten en aan te sturen. Er leven veel vragen op het gebied van zorg en welzijn in de maatschappij. Men is op zoek naar meer regie en een gelijkwaardige samenwerking tussen burgers, ervaringsdeskundigen en professionals.”
Scheiding
Weerman:„ Er bestaat nu nog een enorme scheiding tussen de professional en de ervaringsdeskundige. Dat is jammer. Wij zien die ervaringsdeskundigen juist als een bron van kennis. Zij weten veel beter hoe het is om bijvoorbeeld verslaafd te zijn. Daarom willen we die muren graag afbreken.”
De hoogste muur bevindt zich wellicht binnen de ggz zelf. „De ggz kampt met een groot probleem, wat zich met name in de hulpverlening voordoet”, zegt Weerman. „De hbo-er verpleegkunde is niet geschoold in sociaal werk en de ggz-agoog, die daar wel in is geschoold, mag geen medische handelingen verrichten. Wij leiden ze beiden op, waarbij we beide beroepen dichter bij elkaar willen brengen. Bij ons zitten derhalve ggz-agogen en verpleegkundigen bij elkaar in de klas. En dat doen inmiddels meer hogescholen. Daarmee integreren we beide beroepen.”
Victorine de Graaf-Peters (l) en Alie Weerman willen meer inzetten op ervaringskennis als belangrijke bron van kennis.
„Een ander probleem zijn de lange wachtlijsten in de ggz”, gaat Weerman verder. „Daarvoor bestaat het project ‘wachtverzachter’, dat is opgezet door Saskia Schurman, met wie wij samenwerken. Sta je op een wachtlijst, dan wordt er contact opgenomen, om te kijken wat nu nodig is om de tijd door te komen. Dit gebeurt door ex-cliënten, mensen die weten waar ze het over hebben. Informeel, betrokken en snel. Dit concept wordt inmiddels ook door de officiële instanties overgenomen. Wij doen daar ook onderzoek naar.”
Ervaringskennis
Het lectoraat GGZ en Samenleving functioneert inmiddels 5 jaar, een periode waarin volgens Weerman en De Graaf-Peters kleine stapjes naar verbetering van het systeem zijn gezet. „Zo zijn steeds meer grote instellingen gaan werken met ervaringskennis en ervaringsdeskundigen. Dat is broodnodig, maar niet eenvoudig te realiseren. Het lectoraat heeft in samenwerking met de Vereniging van Ervaringsdeskundigen, het Trimbos-instituut en kenniscentrum Phrenos een kwaliteitssysteem voor ervaringsdeskundigen opgezet, zodat er meer controle is op kwaliteit. Dit systeem wordt in het najaar operationeel. Inmiddels zijn er in de geestelijke gezondheidszorg ongeveer 900 ervaringsdeskundigen werkzaam.”
„Verder hebben we met elkaar 6 leerplannen voor ervaringsdeskundigen ontwikkeld, van mbo-2 tot masterniveau. Dat is vastgelegd en de opleidingen gaan getoetst worden. We hebben bij Windesheim een aanvraag gedaan om de master Ervaringsdeskundigheid te mogen aanbieden en daarvoor hebben we inmiddels toestemming gekregen. Dat is een enorme stap voorwaarts en daar mogen we als land en als Windesheim trots op
‘Er bestaat nu nog een enorme scheiding tussen de professional en de ervaringsdeskundige’
Tenslotte wil Weerman benadrukken dat de rol van de professionals evident is en blijft. „We sluiten niemand uit, integendeel. Gelijkwaardig samenwerken blijft voorop staan. Maar, het is niet de enige bron van kennis, ook cliënten en burgers hebben die, en het is goed dat we de bestaande hiërarchie steeds meer loslaten. Zo willen we bereiken dat ervaring als bron van kennis wordt gewaardeerd. Dat lukt steeds beter en daarmee maken we een enorme stap voorwaarts.”