Inclusie en diversiteit is één van de onderdelen van het Asser Sportakkoord. Stichting Assen Sportstad-medewerkster Karin Poelstra: „Mensen die graag willen bewegen, moeten dat ook kunnen doen. Wij proberen alle drempels weg te halen, drempels op financieel vlak, op lichamelijk vlak en op psychisch vlak”, zegt ze. Oftewel: sporten is voor iedereen.
Met organisaties zoals Cosis en GGZ wordt al goed samengewerkt zodat mensen die daar bekend zijn, kunnen worden geënthousiasmeerd om deel te nemen aan maatwerk sportaanbod. Met het COA en de landelijke organisatie Save the Children werken Poelstra en lokale verenigingen samen om sportaanbod voor vluchtelingen te organiseren. Ook met onder andere Stichting Phusis, Vaart Welzijn is er veelvuldig contact over extra sport en beweegactiviteiten voor doelgroepen met een extra ondersteuningsbehoefte
Met andere organisaties wil Poelstra ook graag in contact komen, om ook voor hun achterban laagdrempelig beweegaanbod te organiseren. Voor die deelnemers voor wie een lidmaatschap van een vereniging geestelijk, lichamelijk of financieel een stapje te ver is, bedenkt ze graag samen met de organisaties passend sport en beweegaanbod. Zoals de pilot Sportmix, waarbij mensen met of zonder een begeleider in beweging komen. Het leuke daarvan is dat er ook vriendschappen en nieuwe sociale netwerken uit voortkomen
Met organisatie Vaart Welzijn vormt Assen Sportstad één sportteam. „Daarmee zorgen we met laagdrempelige bewegingsactiviteiten voor verbinding tussen de mensen in de wijk. Laaggeletterden of statushouders die een taalcursus bezig zijn kunnen tijdens een beweegactiviteit hun taalvaardigheid oefenen.” Poelstra noemt nog een voorbeeld: „Bij WerkPro in Assen heb ik laatst beweeglessen gegeven. Dat was voor sommigen zo’n mooie ervaring, dat ze zijn doorgestroomd naar reguliere lessen en andere sporten omdat ze merkten dat ze meer konden dan ze hadden verwacht. Juist voor deze deelnemers is dat een hele fijne bevestiging om hun ingeslagen weg te vervolgen.”
Samenwerken is het toverwoord. „Ik doe heel graag een oproep aan zorg- een welzijnsorganisaties om met mij in gesprek te gaan. Dan kunnen we het hebben over de behoefte, wat is er voor nodig en wie gaat dan wat doen. Alleen zó kunnen we komen tot de ontwikkeling van een zo inclusief mogelijk sportaanbod.”