Het Kabinet wil dat Nederland in 2050 klimaatneutraal en 100 procent circulair is. In 2030 moeten we halverwege zijn om dat doel te behalen. Voor de beeldvorming: op dit moment zitten we op slechts 8,6%. Nederland wacht derhalve een enorme opgave, waaraan iedereen: huishoudens, ondernemers, organisaties, enzovoort, moeten bijdragen.
Ondernemers kunnen voor de financiering van maatregelen onder andere terecht bij Energiefonds Drenthe. En dat gaat verder dan alleen een bijdrage in de aanschaf van zonnepanelen of een windmolen, zo maakte project financier Maarten Bunnik duidelijk. Overigens was dat een kleine 11 jaar geleden, toen Energiefonds Drenthe het levenslicht zag, wel datgene waar het meeste geld naartoe ging. Maar, in de loop van de jaren werden steeds vaker projecten gefinancierd die juist bijdragen aan de circulaire economie.
De stap naar doen
Volgens Bunnik denken veel ondernemers na over welke maatregelen ze kunnen nemen, „maar de stap naar doen ontbreekt vaak nog. Daarnaast speelt de financiering een rol, banken mogen maar voor 75 procent financieren. Zeker wanneer het over innovatieve plannen gaat, vinden banken dat vaak te risicovol en zijn ze terughoudend. En dan komt Energiefonds Drenthe in beeld. Wij mogen wel risicodragend financieren.”
Overigens wil Bunnik benadrukken dat Energiefonds Drenthe niet de enige partij is die kan financieren. „Er zijn meerdere organisaties, zoals het MKB Fonds, waar wij ook regelmatig mee samenwerken. De ondernemer moet altijd nagaan in welke fase van ontwikkeling hij zit en welke financiering daar bij past. Dan is de kans groter dat hij bij het juiste loket komt.”
Kleine stapjes
Het circulair ondernemen komt volgens Bunnik op gang, maar het mag wel een tikkeltje sneller. „Veel ondernemers denken dat als ze circulair gaan ondernemen, hun hele bedrijfsvoering over de kop moet. Dat is niet zo, circulair ondernemen kan ook met kleine stapjes. Energiefonds Drenthe kan de ondernemer helpen steeds in een volgende fase terecht te komen, door mee te denken en doordat we kunnen financieren. Het komt altijd aan op samenwerken. Als je dit alleen wilt doen, wordt het een stuk ingewikkelder.”
Voorbeelden
„We moeten met elkaar nadenken over verantwoord grondstoffengebruik en minder energiegebruik. Zo heeft Energiefonds Drenthe recent een bedrijf geholpen dat een elektrolyser optimaliseert voor de productie van waterstof. Tot nu toe worden deze elektrolysers geproduceerd met schaarse metalen”, geeft hij aan. „Dit bedrijf heeft een technologie ontwikkeld waarbij die schaarse grondstoffen niet meer nodig zijn, waardoor de prijs naar beneden gaat en de kosten voor productie van waterstof veel lager wordt. Dit project hebben wij, samen met de provincie Drenthe, gefinancierd. Als alles goed gaat komt de elektrolyser in 2023 op de markt.”
‘Circulair ondernemen kan ook met kleine stapjes’
Een ander voorbeeld is het gebruik van biomassa voor de productie van isolatiemateriaal. Bunnik:„ Biomassa verdwijnt tot nu toe vaak in de verbrandingsovens. Een bedrijf in Drenthe kan nu via een biologisch proces biomassa gebruiken voor de productie van isolatieplaten voor daken en wanden. Daarmee is het een volwaardig alternatief voor de huidige isolatiepanelen waarin het chemische purschuim is verwerkt. Dankzij dit proces leg je CO2 vast en aan het einde van de levensduur is het product ook nog te hergebruiken en houdt je de CO2 ook vast. De belangstelling vanuit de bouwwereld is groot, zij zijn op allerlei manieren op zoek naar producten die hun CO2-gebruik kunnen reduceren. Tevens een mooi voorbeeld van ketensamenwerking. De demofabriek wordt op dit moment ontwikkeld en er zijn al bedrijven die hebben aangegeven de eerste klant te worden wanneer de productie van start gaat.”
Een ander bedrijf in Drenthe, dat groot is in perscontainers, haalt oude perscontainers zelf terug om ze te repareren. „Ze liepen daarbij tegen zaken aan die voor het gebruik geen invloed hebben, maar het onderhoud en hergebruik bemoeilijken. Daar wordt nu bij de productie van nieuwe perscontainers rekening mee gehouden. Ook dat is circulariteit.”
Nooit te laat
Bunnik onderscheidt twee type ondernemers: de ene is bezig met circulariteit, de andere moet het nog ontdekken. „Dat is niet erg, het is nooit te laat om die stap alsnog te maken, sterker nog we beginnen net. Mocht je je afvragen waar je moet beginnen, dan kun je altijd bij ons of bijvoorbeeld ‘Ik Ben Drents Ondernemer’ terecht. We kennen de weg naar de juiste ondersteuning, leggen graag de verbinding en bovendien op het juiste moment.”
Bezig zijn met circulariteit geeft ondernemers energie. „Ze zijn met hun toekomstbestendigheid bezig, wat ook nog eens door klanten op prijs wordt gesteld. Ondernemers kunnen elkaar ook helpen. Waar de ene ondernemer stroom wil opwekken, maar geen geschikt dak heeft, heeft de buurman dat misschien wel. Zo zijn we op verschillende plekken aan het kijken of bedrijven elkaar kunnen helpen, waarbij je wellicht ook in een gesloten systeem kunt gaan werken, waardoor de druk op het elektriciteitsnet weer afneemt. Er is nog een lange weg te gaan, maar we zijn goed bezig. Dat bewijzen de inmiddels 500 projecten waarbij Energiefonds Drenthe betrokken is. En de komende jaren gaan er nog veel projecten volgen, daar ben ik van overtuigd.”
In de afgelopen 11 jaar financierde Energiefonds Drenthe circa 500 projecten, waarmee ruim 150.000 ton CO2 werd bespaard.