In samenwerking met Groningen Seaports 08:20 Transport, Logistiek & Mobiliteit

Infrastructuur van essentieel belang voor goed vestigingsklimaat

De Groninger zeehavens Delfzijl en Eemshaven hebben zich de afgelopen jaren sterk ontwikkeld als knooppunten voor duurzame energie, circulaire economie en biobased chemie. Deze groei onderstreept het strategische belang van de havens voor de regionale én nationale economie. Om deze positie verder te versterken en toekomstbestendig te maken, is het essentieel dat de infrastructuur over zowel weg, water als spoor meegroeit.

Erik Bertholet, businessmanager logistiek bij Groningen Seaports en betrokken bij Groningen Railport NV in Veendam, vindt het van groot belang dat de havens trimodaal en optimaal ontsloten worden. „Ten eerste omdat ons achterland niet ophoudt bij de gemeente- of provinciegrens, maar ook omdat er sprake moet zijn van een level playing field met andere havens. En dat is op dit moment niet het geval.”

Groningen Seaports ontwikkelt en beheert haven-, industrie- en bedrijventerreinen. Naast de havens van Delfzijl en Eemshaven, gaat het om Fivelpoort, Oosterhorn, Weiwerd, De Delta en Farmsumerpoort. Daarbij richt men zich op specifieke clusters, namelijk biobased chemie, circulaire industrie en energie. Clusters waarbinnen synergie kan worden gerealiseerd op het gebied van grondstoffen, reststromen en energie. In het verlengde van de grote industriële bedrijven, komen er veel MKB-bedrijven – waaronder ook logistieke dienstverleners – naar de regio. Dit samen heeft in de afgelopen jaren voor de toenemende drukte op de weg, het water en het spoor gezorgd en dat begint te knellen. Zeker wanneer we kijken naar wat er in de regio nog staat te gebeuren.

Nationaal belang

Bertholet: „De zeehavens Eemshaven en Delfzijl worden samen met vier andere havens in Nederland aangeduid als havens van nationaal belang. Maar, van die vijf zijn wij de enige haven die niet bereikbaar is via een vierbaansweg, waar geen elektrische trein kan komen en waar de zeesluis niet geschikt is voor tweebaksduwvaart in gestrekte formatie, wat de concurrentiepositie voor de binnenvaart benadeeld.”

Het lijkt allemaal niet onoverkomelijk, „maar”, zo geeft Anneloes Noordhoff, businessmanager MKB bij Groningen Seaports, aan:„ Ondernemers kijken hier wel naar, een goede bereikbaarheid is essentieel om industrie en in het verlengde daarvan het midden- en kleinbedrijf naar deze regio te krijgen.” Een verdubbeling van de N33 naar de Eemshaven, waar ook de aanleg van een aquaduct onder het Eemskanaal deel van uitmaakt, is een grote wens van Groningen Seaports en de ondernemers die nu al gevestigd zijn in de Eemshaven en Delfzijl.

Anneloes Noordhoff, Erik Bertholet en Roeland van der Woug

Kans voor binnenvaart

De ontwikkelingen op het water staan ook niet stil. Niet alleen wordt het veel drukker op het water, de binnenvaartschepen worden ook steeds langer. Waar vroeger schepen maximaal 70 meter langwaren, wat perfect past in de Zeesluis Farmsum, daar is de lengte van binnenvaartschepen inmiddels uitgebreid naar 135 meter. „En dat geeft problemen bij de zeesluis, die schepen tot maximaal 110 meter kan herbergen”, legt nautisch adviseur Roeland van der Woug uit. „Het betekent in de praktijk dat de zeesluis slechts in 40 procent van de tijd voor 135 meter schepen gebruikt kan worden. Het passeren van deze schepen kan namelijk alleen wanneer de zogenaamde vloeddeuren open blijven staan. Dat betekent een forse beperking voor de binnenvaart. Een verlengde sluis zou hierbij een impuls voor de toekomst zijn.”

En dan het spoor. Boven Onnen, ten zuiden van de stad Groningen, houdt de elektrificatie van het spoor op. Bertholet:„ Om toch met een goederentrein naar Delfzijl of de Eemshaven te kunnen komen moet in Onnen de elektrische locomotief worden vervangen door een diesel locomotief, dat is niet (kosten)efficiënt en niet duurzaam. Daarnaast maken Delfzijl en Eemshaven, net als Veendam, deel uit van de goederencorridor Noordoost. Het is van belang dat de ontsluiting naar het achterland, waaronder ook Duitsland valt, optimaal is. Dat betekent dat de verbinding via Nieuweschans en Weener (Wunderline) niet alleen geschikt moet zijn voor passagierstreinen, maar ook voor goederentreinen.”

„Verder moet bij Veendam de zogenaamde Oostboog worden aangelegd, zodat goederentreinen vanuit Veendam niet eerst naar het rangeerterrein bij Onnen moeten, waarna ze vervolgens weer terug richting Duitsland gaan.” Interessant is dat er na 2032 een nieuw beveiligingssysteem wordt ingevoerd, ERTMS, wat de sporen beter geschikt maakt voor spoorgoederenvervoer. „Dat is nodig, want de verwachting is dat het goederentransport via het spoor gaat toenemen, daar willen wij klaar voor zijn.”

Van essentieel belang

Groningen Seaports zet zich actief in voor versterking van de infrastructuur in de regio. „Dat is niet zonder reden. Overal blijkt dat economische groei nauw samenhangt met de ontwikkeling van infrastructuur. Wij zijn ervan overtuigd dat een sterke ontsluiting via weg, water en spoor van essentieel belang is voor verdere duurzame economische ontwikkeling, een ontwikkeling waarvan de hele regio meeprofiteert.”

www.groningen-seaports.com
www.groningen-railport.com

(Visited 22 times, 1 visits today)
Facebook
Twitter
LinkedIn
Sluiten
ZakeNN
Privacyoverzicht

Deze site maakt gebruik van cookies, zodat wij je de best mogelijke gebruikerservaring kunnen bieden. Cookie-informatie wordt opgeslagen in je browser en voert functies uit zoals het herkennen wanneer je terugkeert naar onze site en helpt ons team om te begrijpen welke delen van de site je het meest interessant en nuttig vindt.