„We hebben elkaar nodig zodat kinderen met een speciale ondersteuningsbehoefte zich zo goed mogelijk kunnen ontwikkelen.” Dat zeggen Yvonne Beishuizen van RENN4 (onderwijs) en Alinda Kloosterman van Cosis (zorg). „We moeten af van het denken in hokjes en datgene bieden wat aansluit bij het kind. Met als centrale opdracht om voor ieder kind onderwijs mogelijk te maken.”
RENN4 en Cosis trekken daarin met elkaar op, maar zowel Beishuizen als Kloosterman benadrukken dat hun organisaties met nog veel meer partners samenwerken. Vaak is dit afhankelijk van de locatie en/of de zorg- of onderwijsvraag.
Doel
RENN4 geeft onderwijs aan kinderen tot en met 18 jaar. „Kinderen met gedragsmatige of psychische problematiek”, verduidelijkt Beishuizen. „Dit doen we in drie noordelijke provincies op scholen voor speciaal onderwijs.”
Beishuizen geeft aan dat bij RENN4 jaarlijks zo’n 2.600 leerlingen les krijgen in speciaal(basis)onderwijs (S(B)O) en voortgezet speciaal onderwijs (VSO). „We willen ieder talent zichtbaar maken, daar ligt onze kracht. Ook het uiteindelijk kunnen behalen van een certificaat of een diploma hoort daarbij”, geeft ze aan. „Voorop staat dat ieder kind gezien, erkend en uitgedaagd wordt in datgene wat hij of zij kan.”
Samenwerken
Waar mogelijk werken we samen met het regulier onderwijs en ook met organisaties vanuit de jeugdhulp. Een voorbeeld is Cosis. Beishuizen:„ Soms hebben kinderen extra ondersteuning nodig om onderwijs aan te kunnen en dat kun je vanuit een zorgpartner optimaal bieden. Dit voorkomt dat een kind uitvalt en daardoor thuis kan komen te zitten. Op dat moment komt een organisatie als Cosis in beeld. Dit wordt nog eens versterkt wanneer je in één gebouw, naast het onderwijs, ook met zorgpartners kunt werken.”
Krachten bundelen
„We willen onze gezamenlijke deskundigheid inzetten en aansluiten bij datgene wat het kind nodig heeft”, voegt Kloosterman toe. Cosis is een grote organisatie, actief in Drenthe en Groningen, die zich richt op mensen met een verstandelijke en/of psychische beperking. „Naast de ondersteuning aan kinderen en gezinnen, is ambulante begeleiding voor volwassenen, beschermd wonen en wonen met langdurige zorg mogelijk. Centrale vraag bij Cosis Kind, Jeugd en Gezin is: wat heeft een kind met een ontwikkelingsachterstand of beperking nodig om zich te ontwikkelen. Dat betekent onder andere dat wij in toenemende mate op scholen actief zijn, om daarmee de overgang van kinderen naar het onderwijs zo goed mogelijk te kunnen realiseren. Het gaat hierbij vaak om kinderen die aan een volgende stap, onderwijs, toe zijn, maar voor wie de overgang of terugkeer naar school, niet vanzelfsprekend is. Wat we doen is de krachten bundelen voor deze vaak jonge kinderen en steeds de vraag stellen wat het kind en de leerkracht nodig hebben om succesvol te ontwikkelen en om schooluitval te voorkomen.”
Samen in één gebouw zitten heeft volgens Beishuizen voordelen. „We leren niet alleen van elkaar, we zorgen er ook voor dat bepaalde drempels geslecht kunnen worden, waardoor kinderen vaak eerder dan gedacht naar school kunnen.”
Decentralisatie
RENN4 en Cosis vonden elkaar dankzij de decentralisatie van de jeugdzorg en de invoering van passend onderwijs. Kloosterman:„ Dit is het moment waarop we duurzaam met elkaar verder moeten gaan, waarbij het leren en ontwikkelen van het individuele kind voorop staat. Dat is een kwestie van constant anticiperen en bijsturen. Het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs en gemeenten spelen daarin een belangrijke rol, ook voor wat betreft de financiering. We zetten nu met elkaar een weg in, waarvan wij denken dat deze het beste is voor het kind. Gemeenten zien dat belang ook en we trekken daar steeds beter gezamenlijk in op.”
‘Dit is het moment waarop we duurzaam met elkaar verder moeten gaan’
„We zijn voortdurend met diverse gemeenten en samenwerkingsverbanden in gesprek en iedereen ziet mogelijkheden”, zegt Beishuizen. „Met elkaar zijn we zoekend hoe dit zo goed mogelijk georganiseerd en gefinancierd kan worden. Initiatieven tot samenwerking die vanaf de basis ontstaan, kunnen laten zien dat deze aanpak van samenwerken en keuzes durven maken, beter is voor het kind en bovendien kostenbesparend is. Daar zijn we van overtuigd.”
Andere dynamiek
Kloosterman:„ Dat bedoel ik met duurzaam met elkaar verder gaan. Dat kan alleen wanneer je niet elk jaar afhankelijk bent van de vraag of er financiële middelen beschikbaar zijn of niet. Deze aanpak is goed voor het kind, juist omdat school, naast het gezin, de primaire omgeving is waarin een kind zich kan ontwikkelen. Dat is de visie van Cosis en dat is de visie van RENN4. Dankzij deze aanpak ontstaat ook een andere dynamiek, waardoor eventuele problemen sneller kunnen worden opgelost. En ouders bovendien veel nauwer betrokken zijn bij de zorg en het welzijn van hun kind.”
Kortom, de schotten worden afgebroken. Als dat goed lukt dan krijgt het kind datgene wat nodig is om zich maximaal te kunnen ontwikkelen. Organisaties zijn daar ondergeschikt aan. „Het gaat momenteel snel, we zitten in een stroomversnelling. En dat is goed, want we hebben het hier wel over de toekomst van kinderen. We zijn blij dat we daarin behoorlijke stappen hebben kunnen maken en willen graag op die voet blijvend met elkaar optrekken. Daar lopen we warm voor in het belang van de ontwikkeling van kinderen. Daar gaat het om.”