In samenwerking met Windesheim 08:38 Zorg, Life Sciences & Health, Onderwijs

Niet medisch duiden, maar pedagogisch aan de slag gaan

Hoe kunnen kinderen en jongeren kansrijk, gezond en veilig opgroeien in onze complexe samenleving? Die vraag staat centraal in de visie van hogeschool Windesheim. Lector Jeugd Dorien Graas en opleidingsmanager Pedagogiek Inge Boksebeld: “Te vaak worden opvoedvraagstukken medisch geduid en gepsychologiseerd door de inzet van jeugdhulp. Het moet anders.”

„De positie van kinderen en jongeren staat onder druk en de verschillen binnen deze groepen worden alleen maar groter. Jongeren ervaren in meer of mindere mate knelpunten in hun weg naar zelfstandigheid. De druk is enorm: het moeten presteren, een goede opleiding volgen, een goede baan en veel geld verdienen. We hebben steeds vaker de neiging om alles wat niet in het opvoedplaatje past tot ‘probleem’ te bestempelen en het kind of de jongere naar een medische zorgprofessional te sturen. In plaats van te erkennen dat ieder kind, iedere jongere, het recht heeft z’n weg te vinden naar volwassenheid. We maken vragen van jeugdigen tot hun individuele probleem en geven ze daarmee het gevoel dat er iets niet goed is. Terwijl de meeste zorgen van jongeren voortkomen uit die veeleisende maatschappelijke context, waarin sociale verbindingen zijn verdwenen. Kinderen, jongeren en hun gezinnen hebben een sterke pedagogische basis nodig. Om daartoe te komen, is er een goede samenlevingspedagogiek nodig.”

De cijfers zeggen genoeg. Het jeugdhulpgebruik is de afgelopen 25 jaar spectaculair gegroeid. In 2000 ging het nog om 1 op de 27 jeugdigen, in 2021 was dat al gegroeid naar 1 op de 7 kinderen en jongeren die jeugdhulp ontvingen en het aantal neemt alleen maar toe. Ook blijkt uit onderzoek dat de behandelingen kwalitatief niet beter worden, waardoor jongeren langer in behandeling zijn met nog weer hogere kosten. Veel kinderen en jongeren voelen zich niet gehoord en gezien in het jeugdhulpsysteem. Bovendien is er sprake van een mismatch als het gaat om kinderen en jongeren die hulp nodig hebben aan de ene kant en degenen die daadwerkelijk zorg ontvangen aan de andere kant. „Het is een ongezonde en onhoudbare situatie, individueel en maatschappelijk. Daarom pleiten wij ervoor om in te zetten op een sterke pedagogische basis en de ruimte te geven die het verdient. Van individueel medisch denken naar pedagogisch denken in relatie en context. Van professional naar samenwerking tussen jeugdigen en opvoeders.”

Samenwerken en innoveren

Hogeschool Windesheim heeft een aantal lectoraten waar praktijkgericht onderzoek wordt gedaan. Bij praktijkgericht onderzoek wordt de vraagstelling ingegeven door de beroepspraktijk en draagt de kennis direct bij aan die beroepspraktijk. Het onderwijs heeft meteen profijt van de kennis die wordt opgehaald. Binnen het kenniscentrum Gezondheid en Welzijn vallen de lectoraten GGZ & Samenleving, Goed Leven met Dementie, Jeugd & Media en Jeugd. Dorien Graas: „Jeugd en jeugdbeleid werd eerst als onderdeel van het veiligheidsbeleid gezien. Nu is jeugdbeleid gericht op mentale gezondheid en risicogedrag. Het is individueel gericht, waarin problemen steeds individueel opgelost moeten worden. Daar moeten we vanaf. Daarom ben ik er trots op dat hogeschool Windesheim waardeert dat al acht jaar in het lectoraat Jeugd gewerkt wordt vanuit een duidelijke pedagogische visie en dat het lectoraat nu weer met vier jaar is verlengd.” In het meerjarenplan van Graas en haar collega’s staan samenwerking, praktijkgericht onderzoek en innovatie centraal. Vandaar ook de nauwe samenwerking met de opleiding Pedagogiek aan hogeschool Windesheim: daar worden de pedagogische professionals van morgen opgeleid.

Een weerbarstige strijd

„De mensen die wij opleiden, dragen in allerlei functies en op allerlei niveaus bij aan de opvoeding en ontwikkeling van kinderen en jeugd. Willen we opvoeden weer de basis laten zijn, dan moeten juist die pedagogisch professionals anders leren denken en handelen. Denken vanuit de context van de maatschappij, de tijd en ontwikkelingen die er zijn en leren dat het aangaan van een pedagogische relatie een voorwaarde is om tot die basis te komen. Kinderen en jongeren zien en ze het gevoel geven dat ze gezien worden”, stelt Inge Boksebeld. „Het moet weer gaan over opvoeden en hoe je dat concreet vorm en inhoud geeft, in plaats van medische zorg aan te bieden bij ieder ‘probleem’. Niet langer medicaliseren, maar opvoeden. Daar hoort bij dat je je afvraagt of er op bepaalde momenten wel een probleem is. En als dat al zo is; wiens probleem is het dan.”

„De weg naar volwassenheid verloopt niet gladjes. Het is weerbarstig, het is een strijd. En dat is wat de huidige maatschappij niet meer accepteert”, vult Dorien Graas aan. „Terwijl ieder kind, iedere jongere gewoonweg de ruimte verdient die hij nodig heeft, fysiek en mentaal. Met andere woorden: wat is de pedagogische basis in de samenleving waarin kinderen veilig en gezond opgroeien?” Inge: „Wij richten ons op die pedagogische basis in plaats ons te richten op gedrag en ontwikkelingspsychologie. Met onze opleiding Pedagogiek en het bi-traject met de Pabo richten we ons op de behoefte aan het weer versterken van die pedagogische basis in de samenleving en het onderwijs.”

Kattenkwaad of antisociaal?

De wereld van het pedagogisch handelen is de laatste vijftig jaar sterk veranderd, schetst Dorien Graas. Vanuit een sterk verzuilde samenleving met strakke structuren en sociale steun belandden we in een tijd van ontzuiling, individualisme en prestatiegerichtheid. De vertrouwde sociale en religieuze verbanden, hoe goed maar soms dwingend ook, zijn verdwenen. De maatschappij van collectieve verbanden kantelde naar een op het individu ingestelde samenleving, die steeds minder grenzen leek te kennen. Opvoedingsvragen werden meteen risico’s. Het niet goed mee kunnen komen op school werd een psychologisch en zorgvraagstuk. Langzaam verdween het belang van verbinding en ontmoeting in een wereld waarin mensen elkaar steeds minder kenden. Wat vroeger ‘kattenkwaad’ was, heet nu antisociaal en probleemgedrag.

„De grenzen van onze tolerantie zijn gaan schuiven. We zijn heel anders gaan kijken naar op zichzelf staande, onschuldige situaties of uitingen. Maar ‘opvoeding’ heeft niet voor niets een veel bredere context dan ouders of een leerkracht. Niet voor niets bestaat de Afrikaanse uitdrukking ‘It takes a village to raise a child’. Opvoeding gaat over omgeving, veiligheid en vertrouwen. Het gaat over alle mensen die een rol spelen in het leven van een kind of jongere. Het gaat over de ruimte die je ervaart, gezien worden, de erkenning dat je ruimte nodig hebt, je uiten en weerbarstig mogen zijn. En, dat je mag reageren als je ruimte ingeperkt wordt.” Opvoeding vraagt dus om een pedagogische basis in de samenleving. De waarde en de relevantie van het lectoraat Jeugd zit volgens Dorien Graas in het met praktijkgerichte wetenschappelijk onderzoek bijdragen aan maatschappelijke opvoedvraagstukken bij het opgroeien en opvoeden van jeugdigen. Door samen te werken met zowel de pedagogische- als de pabo opleidingen op hogeschool Windesheim, dragen ze bij aan een samenleving met een sterke pedagogische basis waarin kinderen en jongeren veilig, kansrijk en gezond kunnen opgroeien. „Het leren oplossen van situaties in de klas vraagt om een gezond pedagogisch klimaat. Dat is ook wat we regelmatig te horen krijgen van basisscholen: hoe kunnen we het zo inrichten voor onze leerkrachten, dat we in de omgeving van de school en de klas iets kunnen oplossen, in plaats van een kind uit de groep te halen en naar een zorgprofessional te sturen? Door onderzoek inzichten in te brengen in de opleiding, versterken we dat klimaat”, vult Inge Boksebeld aan.

Kritische zelfreflectie

„Dat begint met het heel concreet en praktisch maken voor onze studenten”, vertelt ze. „We gaan terug naar hoe het henzelf is vergaan: hoe en door wie ben jij opgevoed? Waar? In welke omgeving ben je opgevoed, hoe zag die omgeving eruit? Hoe heb jij dat ervaren? En ook: hoe kijk je eigenlijk naar kinderen, wat vind jij ergens van en hoe zou dat ook kunnen?” Want een gezond pedagogisch klimaat kan niet zonder het al vroeg aanleren van kritische zelfreflectie, zeggen Dorien Graas en Inge Boksebeld. Dorien Graas: „Je moet jezelf voortdurend de vraag stellen of je wel goed bezig bent en de context betrekt.” Het belang van een pedagogische basis in de samenleving werd duidelijk tijdens en na Covid. „Het gedrag van veel jongeren is zwaar bekritiseerd en onbegrepen. Terwijl hun gedrag in die context juist heel gewoon was: ze reageerden gewoon op een situatie die heel erg ongewoon was. Maar ook daar zag je dat wij, volwassenen, heel snel teruggrepen op wat we gewend waren. We grepen terug naar het interveniëren op gedrag en psychologische interventies, waarmee het debat overging in uitingen van zorg over de mentale gezondheid van jongeren. Het liet weer heel duidelijk zien welk ‘zorglandschap’ we om onze kinderen en jongeren heen hebben opgebouwd.”

Inge Boksebeld: „Je ziet dat het idee van maakbaarheid nog bij veel ouders leeft. En dat wordt nog eens versterkt door de enorme invloed van sociale media. Er ontstaat vaak een beeld van ‘mijn kind moet het zo en zo doen’, het versterkt het plaatje van het perfecte kind.”

De basis van relaties: ontmoeten

Tegenover die ontwrichtende beeldvorming en alles wat daarvan uit gaat, pleiten Dorien Graas en Inge Boksebeld juist voor de kracht van verbinding en ontmoeting. Of het is tussen ouder en kind, tussen leerkracht en kind, maar ook in de bredere context van ons allemaal, van alle volwassenen die een pedagogische relatie hebben met kinderen en jongeren. „Zien en gezien worden, niet alleen thuis of op school, maar ook in je omgeving, in de buurt en de wijk. Wie is wie, ken je elkaar, wil je elkaar kennen? Jongeren mogen nu vooral ‘niets’. Als zij zich uiten, dan zijn ze een probleem en moeten ze weg. Het is een uiting van ‘niet gezien worden’. Wát ze doen, heeft alles te maken met ruimte willen hebben en ruimte krijgen, in die soms weerbarstige weg naar volwassenheid. De vraag: ‘hoor ik er wel bij?’ wordt te vaak door veel kinderen en jongeren met ‘nee’ beantwoord. Juist ‘erbij mogen horen’ versterkt hun band met de samenleving. Verbinding en je verbonden voelen zijn voorwaarden voor die pedagogische basis om op te groeien.” Het heeft alles te maken waarop we omgaan met elkaar, elkaar bevragen en dat we op steeds meer momenten de mogelijkheid elkaar te ontmoeten, verminderen. Dorien Graas: „Dat gaat van de wijze waarop we onze fysieke ruimte hebben ingedeeld tot allerlei vragenlijsten die we moeten invullen in plaats van het gesprek te voeren. Gesprek en ontmoeting worden als minder efficiënt gezien. Daarmee leren we steeds minder van elkaar en voelen we elkaar steeds minder aan. De basis van relaties zijn we kwijtgeraakt. Om dat terug te krijgen, focussen wij op een gezonde pedagogische basis in de samenleving en op inclusiviteit in het onderwijs. En dat begint heel primair bij de Rechten van het Kind, zoals vastgesteld door de Verenigde Naties: denk en handel vanuit pedagogisch inzicht om alle kinderen en jongeren in iedere omgeving kansrijk, gezond en veilig te laten opgroeien.”

Word kritischer op jezelf en elkaar. Wat is jouw referentiekader? Inge Boksebeld: „Veel ouders geven in onderzoeken zichzelf een 7 als het gaat om hun opvoeding en ‘de ander’ een veel lager cijfer. Met andere woorden: ‘het ligt niet aan mij, want ik voed wel goed op’. Op hogeschool Windesheim willen we juist de reflectie, het kritisch kijken en ons afvragen door welke bril je naar de ander, naar jeugd, naar kinderen, kijkt. Laten we onszelf vanuit een pedagogische basis vaker de vraag stellen of we ook zo zouden handelen als het ons eigen kind betreft?!”

windesheim.nl

(Visited 603 times, 1 visits today)
Facebook
Twitter
LinkedIn
Sluiten